Het Verdrag van Maastricht

« Back to Glossary Index

Het Verdrag van Maastricht vormde de Europese Gemeenschap in 1992 om tot een Economische en Monetaire Unie.

De budgettaire governance van de eurozone kende twee sleutelmomenten vóór het uitbreken van de internationale financiële crisis. Het eerste viel samen met de ontwikkeling van criteria voorafgaand aan de invoering van de euro als nationale munt, met het Verdrag van Maastricht, en het tweede met de vaststelling van regels van “goed gedrag” na de invoering van de euro. De regels mochten dan wel vergelijkbaar zijn, maar de doelstellingen ervan verschilden: (nominale) convergentie vóór de euro; begrotingsdiscipline na de euro, die zelfs van toepassing was op lidstaten van de Europese Unie (EU) buiten de eurozone.

Tot de in het Verdrag van Maastricht vastgestelde criteria voor toetreding tot de eenheidsmunt behoren het overheidstekort en de overheidsschuld: de verhouding tussen het jaarlijkse overheidstekort en het bbp mag niet hoger zijn dan 3%, terwijl de verhouding tussen de bruto overheidsschuld en het bbp niet hoger mag zijn dan 60% of, indien dit niet het geval is, in een “bevredigend” tempo naar de 60% moet toegroeien. Net als de andere criteria (inflatie, wisselkoers, rentevoet) zijn dit nominale voorwaarden, die de toenmalige overtuiging weerspiegelen dat reële convergentie zou worden bereikt door hervormingen en marktflexibiliteit.

« Back to Glossary Index