Het Europees begrotingspact

« Back to Glossary Index

Het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie (VSCB of begrotingspact), werd in maart 2012 ondertekend door de staatshoofden van de Europese Unie, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Tsjechië. Het is een intergouvernementele overeenkomst naar internationaal recht die een reeks toezeggingen van de verdragsluitende staten bevat om “de economische pijler van de economische en monetaire unie te versterken door een aantal regels vast te stellen ter bevordering van de begrotingsdiscipline (…), ter versterking van de coördinatie van hun economisch beleid en ter verbetering van het bestuur van de eurozone (…)”

Het vernieuwende beginsel van de tekst, vervat in artikel 3, waarin de belangrijkste bepalingen betreffende de begrotingsdiscipline zijn opgenomen, is de invoering van een ‘gouden regel’. In dit artikel is het beginsel neergelegd dat de begrotingssituatie van de overheid (staat, lagere overheden, socialezekerheidsfondsen) “in evenwicht moet zijn of een overschot moet vertonen”. Dit evenwicht wordt geacht te zijn bereikt indien het structurele tekort van de lidstaat zijn eigen middellangetermijndoelstelling niet overschrijdt, met als benedengrens -0,5% van het bbp voor landen waarvan de overheidsschuld meer dan 60% van het bbp bedraagt. Indien de overheidsschuld van een staat lager is dan 60% van het bbp, wordt een verdubbeling van het structureel tekort, tot 1%, toegestaan.

De term ‘structureel tekort’ betekent ‘conjunctuurgezuiverd begrotingssaldo’. De regel in het VSCB is dus een aanvulling op die van het stabiliteits- en groeipact, volgens welke het feitelijke (d.w.z. conjuncturele en structurele) tekort van de lidstaten niet meer dan 3% van het bbp mag bedragen. De regel van het VSCB houdt voortaan rekening met economische cycli bij de beoordeling van de fiscale gezondheid van een land.

Artikel 4 van het verdrag bepaalt dat de regering zich ertoe moet verbinden haar overheidsschuld terug te dringen in een tempo van een twintigste van het bedrag dat de drempel van 60% van het bbp per jaar overschrijdt, wanneer die schuld de in het stabiliteits- en groeipact vastgelegde drempel van 60% van het bbp ( ) overschrijdt. Dit artikel bevat dus de schuldregel die werd ingevoerd door de ‘six pack’.

Het verdrag bepaalt dat deze regels in de nationale wetgeving hun beslag moeten krijgen “middels bindende en permanente, bij voorkeur constitutionele, bepalingen of door andere garanties voor de volledige inachtneming en naleving ervan gedurende de nationale begrotingsprocessen”.

Krachtens het verdrag moeten de lidstaten ook op nationaal niveau een ‘correctiemechanisme’ instellen dat automatisch in werking treedt bij significante afwijkingen van hun streefcijfer voor het structurele tekort of van het aanpassingstraject.

Het VSCB bepaalt bovendien dat een onafhankelijke nationale instantie zal toezien op de naleving van het begrotingsevenwicht. In elke staat zal een onafhankelijk toezichthoudend orgaan worden opgericht om de regering te waarschuwen indien ze afwijkt van de middellangetermijndoelstellingen of om te beoordelen of er sprake is van ‘uitzonderlijke omstandigheden’.

« Back to Glossary Index